Ik zat mijn broodje te eten in mijn kantoor, toen er een zenuwachtige dame bij kwam.

“Wijnand ik kan mijn sleutel niet altijd goed omdraaien, mijn slot blokkeert wel eens”, zei ze tegen mij.

“ Nou mevrouw, dan kom ik vanmiddag even langs om het slot in te spuiten”, gaf ik als antwoord.

 

“ Ja maar, eh hoe kom ik dan binnen?”, antwoordde ze gejaagd.

“ O, u kan nu niet naar binnen! Dat begreep ik er niet uit. Dan ga ik meteen met u mee!”

Wij met de lift naar boven, ze woonde op de vierde etage.

Eenmaal aangekomen gaf ze mij de sleutel, en inderdaad de cilinder blokte.

Maar op een of andere manier voelde dat niet als een versleten of verdroogde cilinder, dus bleef ik het toch proberen om hem open te draaien, niet met kracht maar met gevoel.

Omdat ik zere vingers kreeg, omdat een sleutel nu eenmaal een klein oppervlak heeft, ben ik eerst maar een tang gaan halen plus mijn spuitbusje met slotenspre.

Zo eigenwijs dat ik ben, toch eerst maar proberen zonder slotenspre, dus alleen met de tang.

Na een poosje heen en weer te rommelen ging hij ineens van het slot af, yes!

Toen ik aan de andere kant van de deur keek, zag ik een enorme bos sleutels hangen, ze had aan de binnenkant de sleutel er in laten zitten.

Nu is dat normaal gesproken niet erg, want er zit een speciale cilinder in dat je aan beide kanten een sleutel in de cilinder kan hebben en dan gaat hij gewoon open, maar in dit geval!

Er zaten ongeveer tien sleutels aan, een zwart sleutelmapje, een sleutelhanger en ook nog eens een beertje.

Net boven de cilinder was er een haakje gemaakt, in verband met dat je er je sleutels aan kan hangen en dus niet kan kwijtraken, en aan de onderkant natuurlijk de deurkruk.

De hele handel was dus beklemt gaan zitten tussen het haakje en de deurkruk en zo kon de sleutel aan de binnenkant niet meedraaien.

“Mevrouw u kan wel een sleutel aan de binnenkant laten zitten, maar niet zo een grote bos, want dan blijft hij vastzitten”, vertelde ik haar.

“ Nou dat zal ik niet meer doen Wijnand”, en ik  naar het trappenhuis om naar beneden te lopen en mijn broodje op te gaan eten.

Ik zit koud vijf minuten, komt dat vrouwtje weer bij me, nog zenuwachtiger dan de eerste keer en een boei van een hoofd.

“ O,o Wijnand, ik heb zo stom gedaan, toen jij weg ging ben ik mijn tas en boodschappenwagentje gaan pakken, die stonden nog buiten, toen waaide mijn voordeur dicht en nu zijn mijn sleutels nog binnen”, jammerde ze.

“ Oei mevrouw”, zei ik “ Heeft u soms bij de buren een sleutel?”.

“ Nee, nee dat heb ik niet!”, zei ze vertwijfelt  “Stom hé!” en ze was totaal in de war.

De volgende vraag die ik dan meestal stel, het gebeurt toch wel regelmatig dat ze hun huis niet meer in kunnen, “ Heeft u soms uw balkondeur openstaan?”

“ Ja, dat geloof ik wel”, was het antwoord.

“ Nu dan gaan we kijken of de buurvrouw thuis is en of ik dan via haar balkon naar uw woning mag”, stelde ik voor.

Wij weer naar boven en aangebeld bij de buurvrouw, maar helaas niet thuis!

Wij weer naar beneden, overleg in kantoortje, we wachten tot de buurvrouw thuis komt of bellen naar mijn collega om het slot uit te boren.

Het eerste was een goedkoop idee en het tweede was de dure oplossing.

Ineens veerde mevrouw op,  “ Wijnand, och wat ben ik toch in de weer, maar volgens mij heb ik nog een reserve sleutel in de meterkast hangen”.

De meterkast zit buiten de woning dus in principe een goed idee, maar……

“ Die meterkast mevrouw, zit die op slot?”, vroeg ik angstvallig.

“ Nou als het goed is niet”, antwoordde ze.

Wij weer naar boven, en ja hoor de meterkast was inderdaad open en na wat gerommeld te hebben stak ze triomfantelijk de sleutel omhoog.

Ik weer naar beneden.

 

Nadat ik later op de middag terug kwam uit de Zeelandiahoeve, had daar een keukenkraan en een wasmachinekraan gerepareerd op twee adresjes en liep de Dignahoeve binnen, was het er nogal rumoerig op het pleintje voor mijn kantoor.

Er was een mevrouw die haar huis niet in kon en ze was nogal in de war.

Ik naar de menigte toe en…..” He mevrouw, u weer!?”, het was namelijk weer diezelfde mevrouw waar ik al een poosje zoet mee was.

“ Och, och, och, och”, meer kon ze nog niet uitbrengen.

“ Ik ben nog stommer dan stom en ben nog niet eens blond ( ze had spierwit haar)”, pruttelde ze, “ Jij had gezegd dat ik beter een sleutel bij de buren kon achterlaten, dus ik denk, ik gooi alvast een sleutel bij haar in de brievenbus dat vind ze wel goed.  Toen ik de deur uitliep dacht ik nog, heb ik wel een sleutel bij me. Het klopte wel, maar eh….die sleutel licht nu in de brievenbus van mijn buurvrouw! Nu kan ik weer mijn huis niet in!!!!!”

“ Het gaat niet helemaal goed met u, vandaag?”, en ik vroeg haar “ Waarom heeft u niet even gewacht en de sleutel aan de buurvrouw zelf gegeven?”

“ Ik dacht, als het dan fout gaat, dan is in ieder geval een sleutel bij de buurvrouw. En het ergste is, het was de sleutel uit de meterkast, dus die kan ik ook niet meer pakken”, het kwam er allemaal wel heel zielig uit.

Doordat ze de eerste keer zo druk en in paniek was, omdat ze haar huisje niet in kon, achtervolgde haar dat de hele dag.

Ik nam haar weer mee naar mijn kantoortje om te brainstormen, wat nu weer te doen!

De oplossing kwam uit de lucht vallen.

Er werd op de deur geklopt en een mevrouw kwam binnen.

“ Buurvrouw, o buurvrouw, wat ben ik blij u te zien!!!”,schoot die mevrouw van haar stoel af, “ Mijn voordeur sleutel ligt bij jou in de brievenbus!”.

“ Nou ik kwam hier juist heen, omdat er een sleutel in mijn brievenbus lag en ik weet niet waar hij vandaan komt”, antwoordde de buurvrouw, “ Maar eh, hoe komt jou voordeur sleutel in mijn brievenbus?”

“ Nou dat zit zo….”, en al pratende liepen ze mijn kantoor uit naar de lift.

Groetjes, de Oudjeswachter.