Zo na alle feestdagen en nieuwjaarswensen weer eens gewoon aan het werk.

Ik heb zo een idee dat ik door sommige oudjes wel drie keer nieuwjaar ben gewenst, maar je moet maar denken beter wat extra, dan helemaal niets.

Kerstmis en Nieuwjaar zijn zeer zeker leuk, maar het is ook best wel weer lekker als alles weer zijn gewone gangetje gaat.

Voor ieder mens is dat natuurlijk verschillend, maar voor mij en mijn vrouwtje is het zo dat na ”vakantie“ of  “feestdagen” we er weer aan toe zijn om het gewone dagelijks leven op te pakken, anders raken we van slag.

 

Zo heb je ook van die dagen dat alles gewoon lekker gaat en lijkt het wel of iedereen dankbaar is met wat je doet.

Nu zo`n dag was afgelopen donderdag.

Het begon meteen na het spreekuur al, er kwam een mevrouwtje bij me of ik misschien bij haar een oude schaarschemerlamp, die ze van haar moeder gehad heeft, het aan en uit knopje wilde repareren.

Ik haar belooft om langs te komen, maar er wel bij vermeld dat het niet zeker is dat het mij lukt.

Toen ik bij haar gearriveerd was en naar de hang schemerlamp keek, het ding was volgens mij van ongeveer 1845, dacht ik van “oei’’ waar begin ik aan. 

Het aan en uit knopje zat helemaal ingebouwd in het hout en was waarschijnlijk ook nergens meer te koop, tja wat moet ik daar mee.

Het witte knopje kon je wel indrukken maar niet meer uit.

Ik het hele gevalletje eruit gepeuterd maar daar schoot ik weinig mee op, want het was netjes aan elkaar gepopnagelt.

Terwijl ik bezig was kwam de dame ook even kijken en vroeg of ik wel voorzichtig was, want het was nog een geschenk van haar overleden moeder.

Met dat ik haar beloof voorzichtig te zijn laat ik het gevalletje uit mijn handen vallen op de tafel en schoot het knopje “poing” in de uitstand.

Hm dacht ik, als ik het nou eens inspuit met graffiti, wat je voor cilinder sloten of scharnieren gebruikt, wie weet heb je geluk.

Eerst een klein beetje ingespoten en even gewacht maar het knippertje wou niet, nog maar meer inspuiten en ja hoor met horten en stoten begon het weer werken.

Goh wat was dat vrouwtje blij dat die ouwe lamp weer aan en uit kon.

 

Al rap kwam de volgende klant en die had de hele nacht niet geslapen omdat ze lawaai in de verwarming had.

Ik met haar meegegaan om te luisteren en het leek op lucht in verschillende radiatoren.

Dus ontluchten maar die handel, een makkelijk klusje maar voor die mevrouw een hele opluchting.

Toen ik ook klaar was vroeg ze aan mij of ik in de keuken wou komen, ze zal nog wel een karweitje hebben dacht ik.

Maar in de keuken aangekomen zag ik op de aanrecht een hele rij stukjes sinasappel liggen.

“ Zo Wijnand na gedane arbeid moet je eerst wat nuttigen en dat heb je verdiend want ik kan vanavond weer lekker slapen, dus heb ik voor jou een sinasappel gepeld dus eet maar lekker op”. 

 

Toen ik weer bij mijn kantoortje kwam stond daar die mevrouw te wachten waar ik de schemerlamp gemaakt had.

Ze kwam me vertellen dat ze nog een schemerlamp had staan, en als ze die uit deed verbrande ze haar handen iedere keer.

“Hoe kan dat nu “, vroeg ik.

“ Nou ik kan niet bij de stekker en er zit geen knippertje aan, dus ik moet iedere keer de lamp los draaien om hem uit te zetten”.

De schemerlamp stond op een hoektafeltje en deze mevrouw kan niet goed bukken dus kon daardoor niet bij de stekker.

“En nu wil ik aan jou vragen of je er een knippertje tussen wilt zetten”.

Natuurlijk heb ik dat gedaan, wat is het gemakkelijk om dat even te regelen, terwijl zo iemand iedere keer haar hand verbrandt.

Toen ik klaar was stond ze van blijdschap te zingen en dat geeft je toch een goed gevoel, dat je op een wel heel simpele manier mensen blij kan maken.

Met nog een poging om me wat toe te stoppen, wat na onderhandelen en weigeren van geld uiteindelijk uitmondde in “betaling in natura” namelijk een “appel”.

 

Ik weer terug naar mijn kantoortje waar al rap de telefoon ging en een mevrouw me vroeg om even langs te komen want ze had al drie dagen een piep in huis, en niemand kan het vinden “ook mijn schoonzoon niet”.

Jaaaaaaa, jullie hebben hem al door de “rookmelder”.

Nadat ik mevrouw had verteld dat de batterij van de rookmelder leeg was, en het batterijtje verwisseld had kwam ze zuchtend naar me toe met vier mandarijntjes in haar hand.

“ Wat een rust Wijnand nou hij niet meer piept, ik heb de laatste dagen wat meegemaakt hoor en terwijl ik wat mandarijntjes voor je pel zal ik vertellen wat”.

“Dinsdagavond begon dat gepiep al en ik wist eerst niet waar het vandaan kwam”.

“Het eerste wat ik dacht dat het mijn bed was, dat het motortje piepte dus ik de volgende morgen de bedden winkel gebeld, nou die meneer kon het niet vinden”.

“ Maar het gepiep bleef ik werd er helemaal bang van en dacht misschien is het wel de TV of de radio, dus ik alle stekkers eruit getrokken en maar zo`n winkel gebeld waar ze die apparaten verkopen, maar die konden het ook niet vinden”.

“s`Avonds mijn schoonzoon gebeld maar ook die kon er maar niet achter komen wat er zo piepte, want ja dan hoorde je die piep weer een keertje en dan een hele poos weer niet”.

Terwijl ze het derde mandarijntje pelde en stukje voor stukje aan me gaf vertelde ze verder.

“De volgende morgen heb ik het gasbedrijf gebeld, daarna de NUON en daarna Casema en niemand kon me helpen”.

“Toen maar weer mijn schoonzoon maar wat we ook zochten we konden het niet vinden”.

“En nu kom jij en je lost het op, nou dan heb je deze mandarijnen ook verdient hoor, tjonge wat lucht dat op, hier dan krijg je nog een mandarijn van me”.

 

Ik heb nooit geweten dat huismeesteren zijn zo gezond was.

 

De oudjeswachter.