Het was nog vroeg in de morgen toen er op mijn kantoordeur werd geklopt en een mevrouw van de thuishulp kwam vragen of ik de sleutel van Dignahoeve….. had.

Ze moest bij die mevrouw zijn maar ze deed niet open.

Naast de voordeur zit een raam maar daar kan je niet zo gemakkelijk naar binnen kijken omdat het matglas is.

Ze dacht te hebben gezien dat mevrouw op de vloer zat of lag in de huiskamer, maar wist dit niet zeker.

Helaas had ik geen sleutel van deze woning dus moesten we wat anders gaan verzinnen.

Terwijl de mevrouw van de thuiszorg ging bellen naar het kantoor of daar telefoonnummers bekend waren van familie leden, ben ik nog aan de andere kant van de woning gaan kijken of er niet per ongeluk een deur of een raam los was.

Dit was jammer genoeg niet het geval.

Omdat de mevrouw van de thuiszorg ook nog aan het bellen was, was ik naar mijn kantoor gegaan om alvast telefoonnummers op te zoeken voor een bedrijf die het slot kon uitboren en het nummer van de politie.

Het nummer wat de hulp had gehad, daarop kregen we geen gehoor, dus niet thuis.

Daarna maar weer naar de woning van mevrouw om te kijken of er wat te zien was en afwachten of het kantoor van de thuishulp nog andere familie konden bereiken.

Omdat het weer wat lichter was geworden konden we beter naar binnen kijken en zagen dat mevrouw nog bewoog, ze leefde dus gelukkig nog.

Doordat mevrouw ons door het raam zag gluren, kreeg ze zeker weer moed en kracht, want ze ging al zittend stukje voor stukje opschuiven richting de voordeur.

En nu maar hopen dat ze het redde en dan nog maar hopen dat ze de deur open kon doen.

Wat voel je je dan hopeloos en machteloos als je niets kan doen.

Deze mevrouw heeft longkanker en chemotherapie vertelde de thuishulp dus een hele opgave voor haar.

Na een hele lijdensweg, het leek wel een eeuwigheid had ze de voordeur bereikt en nu maar hopen….ja ze kon bij de sleutels die nog aan de binnenkant van de voordeur zaten, en de deur ging open.

Nu we naar binnen konden waren de problemen nog niet verholpen, want met de hulp samen konden we mevrouw niet optillen ze was gewoon weg te zwaar en ze had een zere arm.

Dus wat kussentjes opgezocht voor dit doodvermoeide mensje zodat ze wat beter kon zitten, en de thuishulp is maar weer gaan bellen.

Intussen vertelde mevrouw zo goed en kwaad als het ging dat ze al vanaf gisteravond half 11 was gevallen en dus de hele nacht op de grond in de huiskamer had gelegen.

Gelukkig konden ze op een gegeven moment de zoon van mevrouw bereiken die dan ook meteen kwam en samen met hem hebben we haar op een stoel gezet, zodat ze in ieder geval van die rot vloer af was.

Samen met de zoon afgesproken zolang er nog geen alarmering aanwezig is dat ze een sleutel bij mij achterlaten, zodat we in ieder geval bij nood naar binnen konden.

Later heb ik toch nog vernomen dat mevrouw toch nog naar het ziekenhuis is gebracht, waarschijnlijk is de inspanning van dit alles toch te veel geweest voor haar.

 

Toen ik in mijn kantoor zat voor het spreekuur kwam er een mevrouw naar binnen met de volgende klacht, haar douche kraan zou weinig druk op staan.

Nadat ik een afspraak met haar gemaakt had vond mevrouw het nodig om haar douche ritueel te vertellen.

“ Ja Wijnand voordat ik ga douchen laat ik precies een kwartier de douche lopen, want ik ben “ als de doods” voor die legionella bacterie “.

“ Maar mevrouw” zei ik, “dat is toch zonde van al dat water?”

“ Als u zich regelmatig doucht, dan is dat toch niet nodig!”

Waarop die mevrouw reageerde” O maar ik doe nog meer hoor!”

“ Na het douchen schroef ik de slang er af en houd hem op zijn kop totdat hij leeg is, en daarna ga ik er een hele poos er tegen aan zitten tikken, totdat het laatste druppeltje eruit is”.

“ Maar dat is toch helemaal niet nodig, mevrouw “, probeerde ik ertussen te komen.

Mevrouw ging onverstoord door met haar verhaal.

“ Als ik dat gedaan heb schroef ik ook nog de douche kop eraf en maak die helemaal droog van binnen met een haardroger”.

“ Dan schroef ik de slang weer aan de kraan en laat hem naar beneden hangen, dan kan echt het allerlaatste vocht eruit”.

“ En na een uurtje ga ik weer een poosje tegen die slang aan tikken, zodat ik zeker weet dat er echt geen water meer in zit”.

“ Het zal je maar gebeuren dat je op deze leeftijd door zo iets “ het hoekie omgaat”, nou dat wil ik wel voor zijn, vind je niet?”

Waarop ik maar antwoordde “ Ja natuurlijk mevrouw” met een diepe zucht en dacht bij me zelf “Ach laat ook maar”.

 

Groetjes, de oudjeswachter.