Over het algemeen is praten over de dood voor een heleboel mensen heel moeilijk.
Als je jong bent maakt je er grapjes over, maar als we wat ouder en bewuster worden wordt je toch wel wat serieuzer daar over.
De mensen die dan oud geworden zijn praten er ook niet graag over, maar er zijn erbij die er zat juist heel luchtig over praten en er echt grappen en grollen van maken.
Zo ook was ik bij een mevrouw, ik stond met haar aan de aanrecht de afzuigfilters schoon te maken en die zei tegen mij "Wijnand als ik dood ga zou ik bij een hele boel mensen willen gaan spoken".
"Als u dan maar niet bij mij komt", zei ik "Want ik hou niet van spoken".
"Ik ga alleen maar spoken bij mensen die ik niet aardig vind", zei ze lachend.
"Dat bedoel ik nou maar, dus u komt toch ook bij mij", grapte ik.
Op dat moment had ik een nogal vette filter die ik maar niet schoon kreeg, dus wat meer kracht erop om dat verdomde vet eraf te krijgen.
Door de gladde handen van al dat zeep schoot het sponsje uit mijn handen, en zoals een goed mens betaamt wilde ik in een ultieme poging het sponsje opvangen, raak een ietwat uit balans en kom met een klap met beide handen in de afwasbak terecht.
Het overheerlijke vette sop schoot alle kanten op, langs de tegeltjes, langs de kastjes en op de grond.
"Chips", zei ik hardop en keek naar mevrouw met de gedachte nu komt ze zeker bij me spoken.
Maar toen ik naar haar keek vielen bijna mijn ogen van schrik uit mijn kop.
Mevrouw had zeker een goede reactie want ze had het sponsje opgevangen en vol enthousiasme erin geknepen, ze "had" een wit overhemd aan en die nu vol zat met vetvlekken.
Ik had zeker nogal een verdwaasde uitdrukking op mijn gezicht, want mevrouw schoot toch in de lach en zei "Goh man, we kunnen wel in het circus, we lijken Bassie en Adriaan wel".
"En huh, u gaat zeker nu wel bij me spoken als u dood bent?, vroeg ik haar een beetje beduusd en niet goed wetend wat ik er mee aan moest.
"Nee hoor, ik vind het allemaal wel gezellig, er gebeurt tenminste wat hier in huis", zei ze monter "Maar als je het goed vind ga ik me even verschonen".
Terwijl mevrouw zich aan het omkleden was heb ik eerst maar de tegels, de kastjes en de vloer schoongemaakt.
Toen ik klaar was kwam mevrouw ook weer tevoorschijn en konden we weer verder gaan met de filters.
"Ik heb maar even wat oude kleren aangetrokken want met jou weet je het maar nooit", gekscheerde ze.
We gingen weer verder met het schoonmaken en ook weer met praten over de "dood".
"Tja", begon mevrouw weer "Zo zie je maar weer , met zulke gebeurtenissen vind je het toch maar weer leuk dat je op dit aardbolletje rondloopt, maar als je op een bepaalde leeftijd bent maakt het niet uit of je dood gaat".
"Zoals ik heb een goed leven gehad en ben er ook echt niet bang voor, elke dag dat ik nog leef wil ik er wel van genieten en dat doe ik al 87 jaar, dus heb ik niets te klagen".
"Behalve als de huismeester langs komt dan toch zeker, want die maakt er toch een knoeiboel van!", grapte ik.
"Wat zeur je nou man, niet alleen mijn filters zijn nu schoon, maar mijn kastjes, tegeltjes en mijn vloer zijn gedaan", lachte ze "Ben ik er weer voor een half jaar er vanaf".
Mevrouw had een humoristische topdag zeker, want toen ik mijn spullen op pakte om weg te gaan, zei ze "Zal ik maar even meelopen voor de zekerheid om de deur open te doen, met jou weet je het maar nooit, straks loop je er dwars doorheen".
"O ja, ik wil je nog wat vragen Wijnand, wanneer kom je weer langs, ongeveer over een half jaar of zo?. Dan zal het wel weer nodig zijn".
"Wat mevrouw?", vroeg ik beleefd.
"Nou de keuken!", proestte ze het uit.
"Ja doei!", en duwde mijn kar(wijn) richting de lift.
Twee dagen later lag er een envelop in mijn brievenbus met de tekst "Halloween" er op.
Er zat een reep in en een briefje met de tekst "Groetjes het SPOOK!!!".
De oudjeswachter.